De stad Izegem ontvangt de komende jaren aanzienlijk meer Vlaamse middelen voor de uitbouw van kwalitatieve buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA). Dat is uitstekend nieuws voor kinderen en ouders. In plaats van deze opportuniteit samen te verwelkomen, koos de meerderheid op de gemeenteraad voor verwijten richting het vorige bestuur. Ten onrechte.
Want het is net dankzij een stevig netwerk van lokale bestuurders, mandatarissen, experten én middenveld – waar cd&v altijd sterk op inzet – dat het BOA-dossier op Vlaams niveau werd bijgestuurd. De vele lokale signalen, maakten het mogelijk om op Vlaams niveau bij te sturen. En dat levert nu concreet voordeel op voor onze stad.
Een mooi resultaat voor Izegem
Aanvankelijk dreigde Izegem het met 200.000 euro minder te moeten doen. Vandaag ziet het financiële plaatje er een pak rooskleuriger uit:
- Subsidieverhoging van 21%: van €528.349,45 naar €716.379,21
- Bijkomende €76.427,71 voor kwetsbare gezinnen en kinderen met specifieke zorgnoden
- Boostsubsidie van €460.000 voor de opstart van het nieuwe decreet
Dat geld kan onder meer gaan naar versterking van de speelpleinwerking, vakantiekampen, inclusieve initiatieven en bijkomende opvang op plaatsen waar de nood het hoogst is. De stad plant alvast een BOA-coördinator aan te stellen en een nieuwe stedelijke opvanglocatie op de Bosmolens uit te bouwen.
“Een investering in de toekomst van onze kinderen”
Voormalig schepen Ann Van Essche (cd&v) is opgetogen dat de middelen verhoogd worden. "Wat eerst een rampscenario was voor de stad, is dankzij de Vlaamse regering omgedraaid naar een opportuniteit dat de stad kan aangrijpen om kwalitatieve buitenschoolse opvang in te richten en verder te organiseren. We hopen dat het geld goed besteed wordt."
De lokale besturen krijgen vanaf 2026 ook de regierol én de verantwoordelijkheid om opvanginitiatieven te erkennen en te ondersteunen. De koek wordt dus lokaal verdeeld – en dat opent kansen om ook scholen die opvang aanbieden, te versterken. “Zoals raadslid Hannes Vanderstraeten (Vooruit-Groen) terecht opmerkte, dragen veel scholen bij aan de organisatie van buitenschoolse opvang, zonder dat dit hun kerntaak is. Investeren in kwaliteitsvolle speelomgevingen, meer oefenkansen Nederlands, rolstoeltoegankelijkheid of groene speelplaatsen ligt volledig in lijn met het nieuwe BOA-decreet.”
Daarom pleit cd&v ervoor dat deze middelen breed ingezet worden, niet enkel op infrastructuur, maar ook op samenwerking tussen stad, opvanginitiatieven en scholen. Want buitenschoolse opvang is méér dan opvang: het is welzijn, leerondersteuning en verbinding.
Verantwoord beleid is geen stilstand
Op de gemeenteraad liet schepen Nadia Staes (Stip+) uitschijnen dat het vorige bestuur “niets besliste” over BOA. Een gratuite uitspraak. “In verkiezingsjaren geldt er, terecht, een oproep tot bestuurlijke omzichtigheid. De omzendbrief van de Vlaamse regering is daarin helder: geen grote beleidsbeslissingen in de laatste maanden van een legislatuur. Dat is geen stilstand, maar behoorlijk bestuur”, stelt Van Essche.
“Bovendien werd het nieuwe BOA-decreet pas in februari 2025 definitief vastgelegd. We hadden wel degelijk scenario’s voorbereid. Maar logischerwijze gingen die uit van een daling van de middelen. Dat het bestuur dankzij een stijging van die middelen andere keuzes kan maken, is net de essentie van politiek. Wanneer de financiering verandert, moet je bijschakelen.”
Dankzij sterke netwerken
De huidige meerderheid doet er goed aan te erkennen dat dit succes er kwam dankzij een breed netwerk van betrokken partners – van lokale besturen tot middenveld, van administratie tot politiek. Cd&v speelde daarin een verbindende rol, met een consequente focus op gezinnen, welzijn en samenwerking.
In plaats van te schieten op het vorige bestuur, zou het stadsbestuur er beter aan doen om die samenwerking te erkennen en te versterken. Want dit dossier toont aan wat mogelijk is als lokale en Vlaamse niveaus samenwerken in plaats van tegenover elkaar te staan. Izegem is geen eiland. Hopelijk plukt de stad daar ook in andere dossiers nog de vruchten van.
Het BOA-dossier mag geen excuus zijn voor partijpolitieke spelletjes. “De middelen zijn er. De nood is er. De verwachtingen ook. Het is aan het stadsbestuur om die middelen met visie én samenwerking te benutten. Zo maken we van deze kans een blijvend verschil voor onze gezinnen en hun kinderen”, besluit Ann Van Essche.
Cd&v blijft zich inzetten voor beleid dat vertrekt vanuit de leefwereld van gezinnen, dat kansen geeft aan elk kind, en dat het resultaat is van samenwerking in plaats van profilering. Dis dossier is een uitnodiging om die lijn ook in Izegem door te trekken.