Gemeenteduel (Het Nieuwsblad)

Debat tussen Glenn en huidig burgemeester Gysbrechts (Artikel uit het 'Nieuwsblad' van 8 oktober 2024)

De bouw van nieuwe appartementen en hoe ver dat mag gaan, staat al jaren ter discussie in Putte. Meerderheidspartij Lijst Burgemeester belooft in haar verkiezingsprogramma een ruimtelijk plan. “Dat is een spijker waar wij al lang op hameren”, zegt lijsttrekker Glenn Smets van oppositiepartij CD&V. “Ik ben blij om te horen dat er nu echt plannen zijn om aan zo’n kader te werken.”

Glenn, hoe analyseren jullie de huidige bouw van meergezinswoningen in Putte?

Glenn Smets: “De cijfers bevestigen dat er in onze gemeente de laatste jaren veel appartementen zijn bijgekomen. We krijgen daar veel reacties op. Het probleem is dat dit volgens ons ondoordacht gebeurt. We vinden dat er nood is aan een plan en een visie rond de bouw ervan. We zijn er niet tegen, maar de plaats en de hoeveelheid van sommige aanvragen zijn voor ons overdreven. Wij zien een aantal zones waar dat voor ons kan en niet kan.”

Peter, ben je het eens met die analyse van Glenn?

Peter Gysbrechts: “Meergezinswoningen worden geplaatst met het gewestplan van 1976 als basis. Je kunt daar niet zomaar tegenin gaan. Als je kijkt naar het aantal Vlamingen dat er de komende jaren nog bijkomt, moet je die mensen trouwens ook kunnen huisvesten. Als je open ruimte wil vrijwaren, moet je dus wel in de hoogte bouwen. Ik ben het er wel mee eens dat je in de kern een aantal afbakeningen moet hebben. In ons programma staat dat we een ruimtelijk plan willen maken dat de spelregels verduidelijkt.”

Glenn, hoe klinkt dat bij jullie?

Smets: “Ik ben blij om te horen dat er voortschrijdend inzicht is. Er zijn gemeenten die al zo’n kwaliteitsplannen hebben die als voorbeeld kunnen dienen. Als wij zouden besturen, zou dat een van de belangrijkste punten zijn. Verdichting is inderdaad nodig, maar het moet kwalitatief gebeuren. In het geval van appartementen op anderhalve kilometer van dorpskern of in dorpskernen zoals Grasheide, die jammer genoeg niet zo levendig meer zijn, moet je ook rekening houden met heel wat extra bewegingsstromen van voertuigen.”

Gysbrechts: “Ik ben het niet helemaal eens met dat voorbeeld uit Grasheide. De meergezinswoningen in de kern zijn daar beperkt tot een gelijkvloerse en eerste verdieping plus een dak. Wat de appartementen ver van de kern betreft, zit je met een voorgaande geschiedenis. De stop op de Mechelbaan is aan de Spoelstraat. De eerste blokken stonden in de jaren 90 al redelijk ver uit de kern. Daar is op voortgebouwd. Bovendien steken we er in Putte niet met kop en schouders bovenuit op het vlak van de bouw van meergezinswoningen. Volgens de cijfers van Gemeentemonitor zitten we stevig in het midden.”

Extra meergezinswoningen betekent ook meer mobiliteit. Glenn, hoe denken jullie daarover?

Smets: “De gewestweg N15 loopt door onze gemeente. Het is moeilijk om het doorgaand verkeer daar weg te halen, maar je kunt er wel voor zorgen dat honderden extra wagens daar niet per se hoeven te zijn. Je kunt er het verschil maken door te bepalen hoe ver je gaat met het bouwen van appartementen langs die N15 om nog extra belasting van het verkeer te vermijden. Een bouwverbod op de Mechelbaan is natuurlijk niet realistisch, maar je kunt er wel zones afbakenen waar je appartementen ziet zitten en waar niet. De Spoelstraat is te ver.”

Gysbrechts: De N15 wordt toch vooral belast door doorgaand verkeer en niet door Puttenaars. Jammer dat onze voorgangers altijd tegen de expresweg zijn geweest. Die had perfect aan de R6 gekoppeld kunnen worden om rond onze gemeente aansluiting te maken met Heist-op-den-Berg. Als jong gemeenteraadslid heb ik dat nog tevergeefs verdedigd, maar nu is het traject van het gewestplan verwijderd. Helaas, want mensen vragen er nog steeds naar. In de kern hebben we weinig mogelijkheden om met die drukke mobiliteit om te gaan.”

Smets: “Dat doorgaand verkeer heb je inderdaad niet in de hand, maar kernversterking tot aan de Spoelstraat is gewoon te ver. In de plaats van de oude notariswoning komt er bijvoorbeeld nog een meergezinswoning bij. Dat zijn een of twee wagens die vervangen worden door tientallen anderen. Daarom willen we benadrukken dat er andere keuzes mogelijk zijn die een positieve impact kunnen hebben op die extra belasting van het verkeer.”

Een en ander heeft ook te maken met de perceptie van inwoners die hun dorp zien veranderen.

Gysbrechts: “Mensen houden soms vast aan bepaalde gebouwen, maar als er geen geïnteresseerden zijn en de eigenaar verkoopt ze om er appartementen op te zetten, dan kan onze ruimtelijke ordening alleen nog nakijken of er voldoende rekening wordt gehouden met de regels. Als gemeente kan je daar weinig aan doen, tenzij je alles gaat klasseren.”

Smets: “Maar nog te vaak gebeuren er aanvragen die eigenlijk niet kunnen volgens het gewestplan, ondanks de voorbesprekingen die er dan zijn met de dienst en de bevoegde schepen. In Peulis hebben we nog zo’n project gehad en de eerste aanvraag voor de oude melkerij volgde ook het wettelijk kader niet. Bovendien moet je er rekening mee houden dat de bevolkingsgroei niet heel lang meer doorloopt. De babyboomgeneratie vergrijst. Zij ruilen nu hun grote vrijstaande woningen in, maar over 20 of 25 jaar valt die generatie ook wat af. Je moet dan rekening houden met wat je met de ruimtelijke ordening hebt gedaan.”

Gysbrechts: “Een project indienen staat de indiener natuurlijk vrij. Ook al waarschuw je de mensen tijdens de voorbesprekingen, het kan nog steeds zijn dat ze denken dat ze in beroep hun gelijk gaan halen. Wat die bevolkingsgroei betreft, zitten we de eerste tien jaar trouwens nog met een boost. Je moet dus wel rekening houden met die huidige nood aan meergezinswoningen. Daarom is er zo’n beleidskader nodig dat rechtszekerheid biedt.”

Peter en Glenn, jullie zijn het er kennelijk over eens dat er een kader moet komen. Waarin verschillen jullie visies voornamelijk?

Smets: “Het begrip kern is belangrijk om te definiëren. Hoe ver gaan we die kernen brengen en hoe zwaar kunnen we ze belasten? Bovendien moet je ook rekening houden met de mate van voorziening die in Putte en Beerzel groter is dan in Grasheide of Peulis. Je kunt die deelgemeenten niet op dezelfde manier behandelen. Dat gaat een belangrijke oefening zijn.”

Gysbrechts: “Je moet sowieso over een aantal dingen kunnen waken als gemeente, rekening houdend met wat er toegestaan is. Belangrijk is dat onze kernen leefbaar en toegankelijk blijven. Nieuwe gebouwen helpen daar wel bij. Je moet er ook voor zorgen dat het aangenaam en gezellig wonen blijft in een kern. Dat doen we hier volgens mij wel. Maar al bij al blijft het gewestplan eigenlijk de bijbel op het vlak van de ruimtelijke ordening.”

Uiteindelijk zijn jullie het vandaag eens over de essentie. Er moet een ruimtelijk plan, noem het een kwaliteitsplan, komen om de kernverdichting een richting te geven.

Gysbrechts: “Zo’n kader scheppen gaat een serieus werk zijn en je gaat altijd mensen hebben die ertegenin gaan. Ik heb er ook al over gepraat met de mensen op onze diensten. We hebben de kennis in huis en moeten er tijd voor nemen om alles rustig door te nemen. Als het van ons afhangt, staat dat zeker op de agenda van het nieuwe schepencollege.”

Smets: “Het is goed dat de burgemeester dit idee nu aanhaalt, maar voor ons is het wat laat. We hameren inmiddels al jaren op zo’n gestructureerde aanpak. Was die er al eerder geweest, dan had een aantal projecten op een andere of meer dragelijke manier kunnen aangepakt worden. Maar beter laat dan nooit.”

Gysbrechts: “De ruimtelijke ordening is altijd ernstig genomen binnen de regelgeving, maar de tijd is nu aangebroken om zo’n kader te scheppen dat een aantal discussies uitsluit en de werking bevordert. Het punt staat met een reden zeer duidelijk in ons programma.”