Op 31 december stopt Monique Swinnen als gedeputeerde. Ze wordt, volgens het coalitie-akkoord van 2018, opgevolgd door Gunther Coppens. In 14 jaar tijd heeft ze heel wat projecten gerealiseerd in Vlaams-Brabant, vooral op vlak van toerisme, land- en tuinbouw en plattelandsbeleid, waterbeleid en welzijn.
Belangrijke voorbeelden hiervan zijn de toeristische wandel- en fietsknooppunten, de streekproducten, de inspanningen om wateroverlast te vermijden, de zorgboerderijen.
Monique Swinnen, geboren op 4 februari 1954 in Rillaar, is jurist van opleiding.
In 2006 werd ze voor het eerst gedeputeerde voor de provincie Vlaams-Brabant. Ze bleef in deze functie tijdens bijna drie legislaturen (2006-2012, 2012-2018 en de huidige).
Daarvoor was ze van 1985 tot 1995 raadslid geweest van de unitaire provincie Brabant. Sinds 2000 zetelt ze in de Vlaams-Brabantse provincieraad.
Sinds 1985 zetelde ze ook in de gemeente- en OCMW-raden van Aarschot.
Van januari tot mei 1995 was ze senator.
Gedurende 14 jaar als gedeputeerde was ze voornamelijk bevoegd voor land- en tuinbouw, waterlopen, toerisme en streekproducten, Europa en plattelandsbeleid en welzijn.
Van kinderen witloof leren eten tot dorpskernvernieuwing
Op landbouwgebied zette Monique Swinnen sterk in op multifunctionele landbouw.
Niet minder dan 200.000 kinderen leerden de smaak van witloof kennen dankzij de Witloofbox.
Zo’n 230.000 leerlingen en groepen bezochten, via ‘Boeren met Klasse’, een landbouwbedrijf. Tour de Crème is een begrip voor liefhebbers van hoeve-ijs en via Picknick een Hoeve kan men kennis maken met streekproducten op een landbouwbedrijf.
Groene Zorg krijgt de nodige ondersteuning, net als Korte Keten-bedrijven. Evenementen zoals de ‘Dag van de Aardbei’ kregen onder impuls van Monique Swinnen de uitstraling die ze vandaag de dag hebben.
Ook het praktijkonderzoek in de provinciale centra van Pamel en Herent bouwde ze uit. Het Proefcentrum Pamel doet baanbrekend onderzoek op het vlak van biologische teelt aardbeien en kleinfruit en maakt voortaan deel uit van het Provinciaal Plattelandscentrum Peerenbosch. Het centrum evolueert verder naar een klimaatneutrale site. Het proefcentrum van Herent verzelfstandigde tot het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant. Het vormt de spil in het witloof- en bodemonderzoek en richt zich ook op allerhande nieuwe teelten zoals goudsbloem en quinoa.
Monique Swinnen ‘werkte’ ook aan het platteland. Onder haar impuls werden meer dan 300 projecten gerealiseerd die het verschil maken voor de burger. Het gaat onder meer om de restauratie van dorpshuizen, jeugdlokalen en heuse dorpskernvernieuwingsprojecten.
Monique Swinnen is ook de straffe ambassadrice van de streekproducten. Als ondervoorzitter van Streekproducten Vlaams-Brabant vzw zorgde ze mee voor de uitbouw van de Straffe Streek. In 2007 waren er 65 producenten aangesloten. Momenteel is dat meer dan verdrievoudigd, tot 204. In 2008 waren er 36 verkooppunten en momenteel 66. De verrassingsbox met kalender en keukenhanddoek voor de eindejaarsfeesten kwam er onder haar impuls. Ook de duurzame samenwerking met de gemeentebesturen was haar initiatief: er zijn 53 nu Straffe Streek Gemeenten.
Toerisme op de kaart gezet
Voor 2006 had de provincie Vlaams-Brabant al de eerste stappen gezet naar een professionele uitbouw van het toerisme. Maar met de komst van Monique Swinnen werd er een versnelling hoger geschakeld.
Waar er 14 jaar geleden een 25-tal fietslussen en een 6-tal wandelboekjes waren, is er nu een fietsknooppuntennetwerk van 2.150 km dat heel de regio bestrijkt en is de provincie uitgegroeid tot dé Vlaamse wandelprovincie bij uitstek met niet minder dan 2.530 km aan bewegwijzerde wandeltrajecten en wandelnetwerken.
Dit aanbod is populair bij de toerist en de eigen inwoners en ondersteunt de volledige toeristische sector die jaar na jaar groeit. Zo is bijvoorbeeld het aantal logies gestegen van ongeveer 250 tot 1.100 eenheden.
De toeristische informatie is nu ook heel zichtbaar en goed vindbaar. Naast de nieuwe sociale media kanalen werd de website www.toerismevlaamsbrabant.begrondig vernieuwd en steeg het aantal bezoekers van 147.000 in 2006 tot ongeveer 950.000 bezoekers dit jaar.
Dankzij Iedereen Toerist kan ook echt iedereen een aanbod vinden, ongeacht zijn beperking of budget.
Ook sportievelingen kunnen hun hartje ophalen op de cyclingroutes Sven Nys, Eddy Merckx en de Brabantse Pijl.
Dankzij nieuwe, jaarlijkse initiatieven rond druif, wijn, bloesems, bossen, bier, witloof en het Brabants Trekpaard worden de troeven van de regio’s Hageland en Groene Gordel in de kijker gezet.
Ook Meeting Vlaams-Brabant en de Bucketlist voor expats zijn initiatieven die het licht hebben gezien.
“Het doet me deugd om het toerisme in onze mooie regio te zien openbloeien tot de snelste groeier van Vlaanderen”, zegt gedeputeerde Monique Swinnen hierover.
Streekmotor in het bestrijden van wateroverlast
Na de grote overstromingen van de Demer heeft de provincie een voortrekkersrol gespeeld in het bestrijden van overstromingen en andere wateroverlast. Monique Swinnen heeft dit waterbeleid stevig uitgebouwd met extra middelen en personeel.
In de strijd tegen wateroverlast focust de provincie zich in de eerste plaats op het onderhoud en herstel van waterlopen, ondertussen goed voor 1.400 km beken in beheer.
Waar nodig neemt de provincie grote collectieve maatregelen, zoals het aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden, bijvoorbeeld aan de Birrebeek in Kapelle-op-den-Bos of aan de Maalbeek (Nekkerbos en Beverbos) in Grimbergen.
Bijzondere aandacht kreeg de uitrol van de werking van de erosiecoördinatie. Sinds 2010 geeft de provincie subsidies aan gemeentebesturen voor erosiebestrijdingsmaatregelen. Deze maatregelen verhinderen dat afstromend water en modder van akkers voor overlast zorgen en in straten of riolen terechtkomt. Ondertussen zijn er vijf provinciale erosiecoördinatoren die 36 gemeenten in zo’n 85 projecten ondersteunen.
Europa verankeren in Brabant
Monique Swinnen bouwde de jonge dienst Europa uit tot een geoliede machine. Zo slaagde ze erin om niet minder dan 63.322.325 euro aan Europese subsidies naar Vlaams-Brabant te halen.
Honderden projecten en acties werden ingediend en mede gerealiseerd. Het platteland, tal van KMO’s en sociale economie kregen een versnelling dankzij Europese projecten in Vlaams-Brabant. Voorbeelden hiervan zijn de fiets- en voetgangersbrug aan het station van Aarschot of de Bio-Incubator bij Imec in Leuven.
Heel wat scholen maakten kennis met Europa dankzij Europalessen en andere activiteiten.
Ze bouwde ook de samenwerking uit met de Nederlandse ‘zusterprovincie’ Noord-Brabant. Tweejaarlijks is er een Brabantdag waarop de besturen, ondernemers, ambtenaren en middenveld van de twee provincies elkaar ontmoeten om samenwerking te bespreken.
Strijden voor meer welzijnsaanbod
De welzijnssector lag haar altijd nauw aan het hart. Zij heeft de welzijnswerking in Vlaams-Brabant sterk uitgebouwd, tot dit beleidsdomein in 2018 overgedragen moest worden aan Vlaanderen.
Monique Swinnen heeft de achterstand van het welzijnsaanbod in Vlaams-Brabant, en vooral in de Vlaamse Rand, aangeklaagd. Dit werd grondig onderbouwd met rapporten en studiedagen. Hieruit ontstond de dienstverlening Data en Analyse, wat ondertussen een interprovinciale werking is met een dienstverlening over vele beleidsdomeinen.
Al die inspanningen hebben er toe geleid dat jaarlijks 2.500.000 euro ingezet wordt via Vlabzorginvest om de achterstand in te halen.
"Het raakte mij erg dat ook de welzijnswerking, waar wij in Vlaams-Brabant zo’n lange weg hadden afgelegd, moest stopgezet worden', zegt Monique Swinnen.
Zorgen dat het geheel werkt
Monique Swinnen zorgde mee voor de uitbouw van de ondersteunende diensten, zoals facilitair beheer, organisatie en planning, communicatie, griffie, gebouwen, data & analyse en financiën. Ze zorgde steeds dat het budget van de provincie in evenwicht bleef.
“Zelf zegt ze hierover: “De ondersteunende diensten zijn binnen de administratie vaak minder zichtbaar maar ze zijn noodzakelijk om het geheel van de werking mogelijk te maken”.
“Velen gaan haar missen want ze was een politica met visie, werkkracht en bekwaamheid”, besluiten haar collega-gedeputeerden Tom Dehaene, Ann Schevenels en Bart Nevens.