De voorbije jaren is het mobiliteitsbeleid in onze stad almaar meer gepolariseerd geraakt. We zijn ervan overtuigd dat het gros van de Gentenaars dezelfde doelstelling deelt: veilig, vlot en duurzaam verkeer. De manier waarop zorgt echter voor veel conflict en maakt dat die gezamenlijke doelstelling uit het oog wordt verloren.
De voorbije jaren is het mobiliteitsbeleid in onze stad almaar meer gepolariseerd geraakt. We zijn ervan overtuigd dat het gros van de Gentenaars dezelfde doelstelling deelt: veilig, vlot en duurzaam verkeer. De manier waarop zorgt echter voor veel conflict en maakt dat die gezamenlijke doelstelling uit het oog wordt verloren.
Een constructieve dialoog, samenwerking en een geïntegreerde aanpak zijn essentieel om duurzame en inclusieve mobiliteitsoplossingen te ontwikkelen en te implementeren. Het mobiliteitsbeleid moet rekening houden met de behoeften van alle mensen, met hun sociaaleconomische achtergrond, leeftijd en fysieke mogelijkheden.
De voorbije jaren is het discours over mobiliteit verengd tot ‘de fietsers’ versus ‘de automobilisten’, alsof dat twee vastomlijnde groepen zijn die tegenover elkaar zouden staan. Maar ook wie zo vaak mogelijk fietst of wandelt of het openbaar vervoer neemt, heeft nu en dan de auto nodig, en moet ter plaatse kunnen geraken en de wagen geparkeerd krijgen. Het is niet voor iedereen mogelijk om in de stad te leven zonder wagen, en we willen mensen daar ook niet toe dwingen. We zijn ervan overtuigd dat onze stad, en ook het mobiliteitsbeleid, baat heeft bij een meer gematigde en inclusievere benadering en tonaliteit. De automobilist is niet de boosdoener, en ook fietsers moeten zich aan regels houden en hun plaats in het verkeer kennen.
‘Wat minder dogmatiek, en wat meer gezond verstand’ geldt ook op het vlak van parkeren. Autoparkeerplaatsen zijn niet de meest kwalitatieve invulling van het openbaar domein, dat is een feit. Liever hebben we meer ruimte voor ruime voet- en fietspaden, terrasjes of groen. Maar mensen moeten hun auto wel ergens kunnen parkeren in de omgeving van hun woning of hun bestemming.
Er moet voorzichtiger worden omgesprongen met het schrappen van parkeerplaatsen bij de heraanleg van straten, en meer rekening worden gehouden met de parkeerbehoefte. Tegelijk moeten we veel meer inzetten op alternatieven voor het straatparkeren, zoals buurtparkings, gedeeld gebruik van parkings en bijkomende ondergrondse parkeergelegenheid in private ontwikkelingen. De toename van het aantal elektrische wagens en de grote nood aan bijkomende laadpunten is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Ons pleidooi voor een meer inclusief beleid dat ruimte biedt voor alle vervoersmiddelen betekent hoegenaamd niet dat we geen belang hechten aan verkeersveiligheid. Het is essentieel en urgent dat conflicten zo veel mogelijk worden vermeden en dat zwarte punten worden weggewerkt. Maar dat doen we door werk te maken van infrastructurele ingrepen, slimme verkeerslichten en eenrichtingsverkeer, en het scheiden van verkeersstromen, eerder dan door het invoeren van ‘verkeersfilters’.